– En, Ludo?
– Wat en?
– Al nieuws?
– Mja.
– En?
– Mja, niet goed hé.
Stilte.
– Slecht dus?
– Ja.
– Hoe slecht?
– Uitgezaaid.
– Merde.
– Veel hoesten ook.
– Hmm.
– Wat gaan ze doen?
– Niks meer.
Stilte.
– Da’s dus terminaal?
– Bof, wat is terminaal?
Stilte.
– Hoe lang nog?
– Vier maanden. Of acht. Of tien.
– Tien?
– Och, ze weten dat niet.
– Ja. Hmm.
– Hmm.
– Nee. Niet goed hé.
– Hmm.
– Verdoeme.
– Hmm.
Stilte.
– Weet Lucienne het al?
– Nee, ben direct naar hier gekomen.
– Hmm.
– Hmm ja.
Stilte.
– Nijpen we der nog ene dood, Ludo?
– Wel ja. Laat ons nog ene doodnijpen. We leven hé.
– Ik zou nog ene doodnijpen.
– Ria, als ge tijd hebt. Twee Westmalle.
– Ik kom af.
– Liever nu dan straks.
Stilte.
Een vrouw staat in de deuropening.
– Ludo, ik sta geparkeerd voor de deur.
– Ja, Lucienne, ik kom.
– Hebt ge nieuws?
– Nog niks.
– Hoe dat?
– Ze gaan het opsturen.
(illustratie uit de 366-reeks van Willem Pirquin. Omdat er van ver enige overeenkomst was en omdat bij een stukje nu eenmaal een beeld moet.)Â