En gaan

Menslief.

Mottig opstaan. YouTube aflummelen naar krankzinnige Japanse tv-programma’s. Dan beslissen: ik ga 16 km lopen. En gaan.

Ik vond dat ergens wel groots van mezelf. Vooral de souplesse waarmee ik vervolgens gestalte gaf aan die impulsieve gedachte.

Twee toeren van ongeveer 8 km (volgens mapmyrun.com toch) en allebei even snel. De tweede ronde zelfs misschien nog iets sneller. Eindtijd: 1.05u. Kakstrak, gelijk ze zeggen.

Geen verval te merken, al kreeg ik naar het einde toch even de man met het hamertje over de vloer, ondanks het dextrootje tussenin (en klef dat den bek daarvan wordt). Gelukkig is er nog de endorfine die tot volharding dwingt.

Zo. Dat was mijn eerste en tevens laatste serieuze voorbereidingsact voor de 20km. Vanaf nu nog een drietal toertjes van 4 km. Kwestie van fris te blijven, zonder gevaar voor overbelasting.

(Tussenhaakjes: sponsoren is nog altijd mogelijk op rekening 000-0000052-52 van Vredeseilanden met vermelding Loop naar Afrika – Jelle Goossens. Oneindig dank trouwens aan de trouwe volgers die al één-twee-of-meer-cijferige bedragen overboekten).

20 kilometer is lang

Mijn hypothetische deelname aan de komende editie van de 20 km door Brussel was de voorbije weken zonder twijfel het drukst bediscussieerde onderwerp in kapperszaken, discotheken en doe-het-zelf-zaken. Speciale krantenbijlages rolden van de persen, uitgesponnen analyses vulden de opiniepagina’s en Jean-Marie Dedecker zwoer op het hoofd van zijn kinderen dat hij er zwart op wit bewijzen van had.

Vandaag – precies 1679 jaar nadat Konstantinopel de hoofdstad werd van het Romeinse rijk – maakt mijn campagneteam een einde aan de woekerende wildgroei van speculaties.

Ja, ik doe mee. En ja, er is ook ditmaal een sponsoropdracht mee gemoeid ten voordele van Vredeseilanden.

Om dit historische gebaar kracht bij te zetten, werkte de audiovisuele afdeling van mijn campagneteam onderstaande videoboodschap uit:

Onmiddellijk na het vrijgeven van de beelden, maakten marketingwichelaars reeds gewag van een doorbraak in de persuasieve publiekscommunicatie via het interweb. “Web2.0 mag dan passé zijn, Web3.0 is voor de meesten nog te hoog gegrepen. Dit lijkt misschien op amateuristisch haastwerk, maar in feite is dit Web2.5: een medium an sich dat heden en verleden naadloos verzoent. Een secuur ingevet scharnier dat de poort naar een nieuw tijdperk op een kier zet”, luidde het.

In de komende dagen zal de afdeling voor briefwisseling van het campagneteam ook nog een wijdse direct-e-mail-actie opzetten. Men weze gewaarschuwd. Laat in de tussentijd u niets in de weg staan om gevolg te geven aan dit bericht.

En voel u zeker niet te vies om deze boodschap door te sturen. Het moet niet alleen de Mexicaanse griep zijn die de wereld rond gaat.

Share/Save/Bookmark

Mijn bijdrage aan de relance: de Canon 500D

canon500d

Wij zijn een open economie, zo poneerde onze premier, wat maakt dat het Duitse herstelplan belangrijker is voor onze economie dan onze eigen relance-inspanningen. Ik mag dan de laatste zijn, maar ik neem zijn woorden ernstig en leef ernaar.

Ter bevordering van het Duitse herstelplan, heb ik mij gelijk een nagelnieuwe Canon 500D gekocht bij den Duits. Daar zijn ze er altijd iets rapper bij en bovendien voor een prijs waarvoor men hier nog geen horloge uit de sjiekenbak draait. OK, dat is overdreven.

De 500D is in meerdere opzichten een fijn apparaat en is een ferme hink-stap-sprong vooruit vergeleken met mijn voormalige dienaar, de 350D. Meer megapixels (15), grotere zoeker, groter scherm, hogere ISO-waarden (met minder ruis). En dan is er nog de aardige bijkomstigheid dat men ermee  filmpjes in High Definition kan schieten.

De geheugen-markt zal nog een goede klant aan mij hebben : 280MB voor anderhalve minuut film en 17MB per foto in RAW.

Enige minpuntje – zij het van tijdelijke aard – is dat Adobe Lightroom de RAW-bestanden van de 500D nog niet ondersteunt. Wachten op een update dus. Of het meegeleverde programma van Canon gebruiken, maar daar pas ik voor. Ik ga niet beginnen met mijn fijnmazige workflow die de wijsheid van vele jaren accumuleert te handicaperen met halfslachtig programmeersel. Daar komen vodden van.

Voorlopig stel ik het dus met de foto’s in JPG. Die zien netjes uit, maar de controlefreak in mij verkiest toch wat meer flexibiliteit.

Voor de duidelijkheid: met al het voorgaande wil ik niks slecht gezegd hebben over de Canon 350D, die mij sinds de zomer van 2005 diende. Alles wat ik vandaag kan en ken, heb ik ermee geleerd. Het beest heeft zichzelf de voorbije jaren ongeveer terugverdiend en vulde 99% van mijn Flickr-account. In al die jaren, moesten wij slechts enkele weken een ademruimte in onze relatie inlassen, toen een defect een reis onder garantie naar een Nederlandse service center opdrong.

Of ik de 350D ga verkopen of houden… Je ne sais pas. Wat zou ik daar – inclusief kitlens, een koppel geheugenkaartjes en duopack batterijen – nog voor krijgen? Ik vrees er een beetje voor. Zo gaat dat nu eenmaal met technologie.