Op elentriek

Ik heb geen auto en dat deert mij niet. Overal waar ik iets te zoeken heb, is doorgaans toch gebrek aan parkeerplaats en mijn verplaatsingen leiden mij zelden buiten het bereik van de fiets of het openbaar vervoer.

Wat ik wel sterk zou overwegen, is een scooter. Zoiets zou mijn bewegingsvrijheid ten goede komen, alsook mijn genetische luiheid.  Het enige wat mij tegenhoudt, is dat die tweewielers een hoeveelheid herrie en stank voortbrengen die niet in balans staat tot de snelheid die ze genereren. Sommige rapporten stellen zelfs dat die tuigen meer fijn stof uitstoten dan vrachtwagens.

Maar onlangs viel mijn oog op een nieuwe vinding des mensheid die in onze regionen helaas (nog) niet schijnt door te dringen: de elektrische scooter. Voordelen? Ze zijn fluisterstil, stoten zero CO2 uit, maar vooral: ze zijn belachelijk goedkoop in gebruik. Onderhoudskosten zijn verwaarloosbaar, net als de elektriciteitskosten: 25 euro voor 5000 kilometer.

IO scooter

In Nederland, Duitsland, Oostenrijk en overzeese continenten wordt dat al veel verkocht. En de overheid geeft in talrijke gevallen zelf premies voor die dingen. In ons land ligt de markt voor electrische scooters er nog grotendeels braak bij. Enkel de klassieke merken staan hier uitgestald en die doen niet mee aan innovatie. Stik dan.

Prijs ik mij dus gelukkig dat het Internet hier wel al een zekere acceptatiegraad kent. De zoektocht aldaar leidde mij tot bij een bedrijfje dat zulke brommers importeert: Fluxmotive. Na wat lezen, wordt de drang bijna onbedwingbaar om mij tot mobiliteitsinnovator van de Druivenstreek te promoveren. Weldra zal ik een testritje bollen in GroepT, waar ze blijkbaar een paar projectjes lopen hebben met die voertuigen.

Wie weet glijd ik dus binnen afzienbare termijn over het wegdek met zo’n spacy mobiel. Ik weet het, de echte Johnny’s zullen mij uitlachen vanwege het nichterige decibelniveau dat ik produceer. Maar gezien ik geen bacardi’s, tango’s of mazout drink, heb ik de ambitie voor het Johnny-schap al vele jaren geleden opgeborgen.

Niet de bedoeling

Bijna een week van contemplatieve stilte… Ik ga geen excuses verzinnen, want ik ben u geen verantwoording verschuldigd. “Drukdrukdruk”, zou ik kunnen zeggen en het zou niet eens gelogen zijn. Maar “luiluilui” zou dan weer even waar zijn.

Blijkbaar was het 15 oktober Blog Action Day en dan hoort iedereen een dozijn wereldverbeterende regels over zijn krappe lezerspubliek te lozen. Vermits ik professioneel wereldverbeteraar ben, zou ik dus niet mogen verzaken aan die plicht.

Maar laat nu het geval zijn dat ik mijn Latijn gestoken heb in een opinieartikel over wereldvoedseldag, de voedselcrisis en de bankencrisis. Enfin, alles wat vandaag enigszins actueel kon zijn, maar de dagbladpers was er schijnbaar nog niet klaar voor. Ik ga dat artikel hier ook niet posten: het is veel te serieus en derhalve compleet buiten het bestek van deze (of dit?) blog. Daarvoor moet u dan maar naar hier gaan.

Had het daar dus niet voor geweest, ik had hier een tractaat geschreven over het opgelegde onderwerp – armoede – waarin de voornaamste filosofische denkrichtingen resideerden, met bronnelijke fundamenten in Das Kaptital tot de Vaginamonologen.

Ik had geschreven dat het monsterlijk schandalig is dat we in feite de halve wereld in armoei laten creperen, maar dat we er evengoed niet aan mogen denken dat die betreurde helft zich op onze manier tot ons niveau ontwikkelt.

China, India en Brazilië zijn iets aan het doen in die richting en de poetrellen van ons planetair passief beginnen onheilspellend door te zakken. Energie, grondstoffen, water, landbouwgrond enzomeer, dat zijn dus schaarse zaken.  En de manier waarop we er nu mee omgaan, drijft ons recht naar het putteke.

Ik had dan geschreven dat een en ander redelijk radicaal herdacht moet worden. Te beginnen bij ons. Ik had iets over duurzaamheid geroepen, dat als concept in alles centraal komt te staan, van de landbouw over de automobielindustrie tot de noemmaarop. Hoe daar nu al briljante innovaties in gebeuren en hoe daar gigantische kansen liggen om wat nu nog grondig scheef zit, terug recht te trekken. En dat het  stilaan dringend wordt.

Ik had dat alllemaal vevolgens gestaafd met praktijkvoorbeelden, onderzoeken en andere slimmigheden. Want de wereld is complex en alles is uiteindelijk weer genuanceerd. En nuances, zo zou ik dan merken, die pakken verdomd veel plaats in.

En dit betoog neigt dan weer naar een monologue interieure die we eerder zouden plaatsen bij een hormonaal hyperventilerende tiener en dat kan niet de bedoeling zijn.

Stoppen dus.

Iedereen exclusief

ex·clu·sief bn, bw 1) uitsluitend: een ~ interview slechts aan één medium toegestaan

Vrijdag exclusief in de Keien van de Wetstraat op Canvas: Miet Smet en Wilfried Martens over hun huwelijk. Zaterdag al even exlusief in De Standaard: Miet Smet en Wilfried Martens over hun huwelijk. En twee weken terug misschien nog exclusiever in Het Nieuwsblad op zondag: Miet Smet en Wilfried Martens over hun huwelijk.

Als er dan toch betekeniserosie moet optreden, dat het begrip “relevant” dan meteen moge meegesleurd  worden. De definitie daarvan is ongetwijfeld al even rekbaar als de dienstregeling van een Congolese busmaatschappij.