ex·clu·sief bn, bw 1) uitsluitend: een ~ interview slechts aan één medium toegestaan
Vrijdag exclusief in de Keien van de Wetstraat op Canvas: Miet Smet en Wilfried Martens over hun huwelijk. Zaterdag al even exlusief in De Standaard: Miet Smet en Wilfried Martens over hun huwelijk. En twee weken terug misschien nog exclusiever in Het Nieuwsblad op zondag: Miet Smet en Wilfried Martens over hun huwelijk.
Als er dan toch betekeniserosie moet optreden, dat het begrip “relevant” dan meteen moge meegesleurd worden. De definitie daarvan is ongetwijfeld al even rekbaar als de dienstregeling van een Congolese busmaatschappij.
lol!