Rommel

Kranten zijn interessant.

Dikwijls niet zozeer omwille van hetgeen ze schrijven, maar gewoon om wat te zijn. Ze brengen het nieuws van gisteren en maken daarmee het nieuws van morgen. Echt intrigerend wordt het wanneer ze vandaag moeten schrijven dat wat ze gisteren op de voorpagina schreven, niet klopte.

Maar dat geeft dus allemaal niet. Want vandaag schrijven ze dat ze er zich ten volle van bewust zijn dat wat ze de voorbije maanden schreven nog geen halve waarheid was. Daarom schrijven ze dan een boek, enkele maanden na de feiten. Dat laat toe om afstand te nemen. Om een en ander nog eens te checken en dubbel te checken.

Het verschijnen van dat boek is gisteren dan voorpaginanieuws. Toch het gedeelte dat nog niet in de krant had gestaan. In casu ging het over Johan Vande Lanotte die naar Phare De Aguirre had gebeld om op zijn lijst te staan.

Tot daar klopte het. Alles wat verder in het boek en in het voorpagina-artikel stond over de inhoud van het gesprek, blijkt nu pseudoliteraire duimzuigerij. Maar die duimzuigerij werd wel “uit verschillende hoeken bevestigd”. Alleen jammer dat De Aguirre dat niet wil inzien en vandaag een antwoord schrijft dat weinig flaterend is voor de journalistieke praktijk van de handelende journalisten.

Ik blijf onverdroten kranten lezen. Want wat kranten zeggen, is meestal waar. Dat zeg ik niet, dat zegt Andrew Keen, auteur van een cultuurpessimistisch pamflet over Web 2.0 en burgerjournalistiek, in de weekendbijlage van dezelfde krant. Hij geeft meteen ook een oplossing voor gevallen waarbij de krant niet zegt wat de waarheid is:

Wat kranten zeggen, is meestal waar en als het niet zo is, worden ze voor hun verantwoordelijkheid geplaatst. Journalisten kunnen hun job verliezen als ze fouten publiceren. Blogs zijn meestal rommel en ze mogen schrijven wat ze willen zonder zich te verantwoorden.

Tot zover dus mijn onverantwoordelijke rommel.