Na drie eerdere ronde tafels in het parlement over het “Belgisch beleid tegen de honger”, vond woensdag het slotcolloquium plaats in het Egmontpaleis. De kans dat u dit stukje staatspatrimonium al langs de binnenkant heeft meegemaakt, is eerder gering. De zaal is dan ook enkel te reserveren door de minister van Buitenlandse Zaken. En jawel, voor de gelegenheid mocht het van Karel.
Zelf was hij er niet, wel de kleine Michel in zijn hoedanigheid van minister van Ontwikkelingssamenwerking. Volgend beeld vond ik wel geslaagd toen ik het op het schermpje van mijn Canon bekeek, maar op dat micro-formaat kon ik nog niet zien dat hij eigenlijk geen klein beetje scherpte mist. Mea culpa, de vaste hand liet het afweten. Ik zou mezelf voor zulke stommiteiten pijn kunnen doen.
In den beginne was er nog een receptie/lunch waar ik deze ober in opperste concentratie tegenkwam. Respect, best man. Ik zie het mezelf niet doen, met volle schotels laveren tussen onzorgvuldig geparkeerde praatgroepjes. Moest ik daar opdienen, het vast tapijt ware maar beter in drievoud verzekerd.
En ziehier nog een meneer van de Wereldbank die het rapport “Agriculture for development” kwam toelichten. Samengevat: investeringen in landbouw zijn de efficiëntste hefboom voor armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. Zo, daarmee heb ik u weerom 350 bladzijden gortdroge lectuur bespaard.