Fok betogingen. Ik hou daar niet van. Grote groepen vermoeien mij, en een grote groep begint bij mij vanaf 3 mensen. Toch zal ik er op 27 januari in Brussel bij zijn. Hopelijk tussen 100.000 anderen. Op een “klimaatmarsâ€, godbetert.
De laatste keer dat ik op een betoging toefde, was als kleuter: “God-ver-dommeuh, weg die bom-meuh”. Die tijd. Vandaag ben ik het irritante type dat bij elke slogan hoofdschuddend zucht: “Ja maar, het is allemaal wel wat complexer en genuanceerder dan dat”.
Boeit nu niet. Want zelfs de meest genuanceerde feiten zijn wat ze zijn: elke tiende van een graad dat de aarde opwarmt, maakt ons leven ingewikkelder (nog iets waar ik de krampen van krijg). Meer hittegolven en overstromingen, uitstervende soorten, mislukte oogsten… Vind ik niet leuk.
Gebrek aan ambitie en verbeelding
Maar nog het meest vrees ik dat we de nieuwe industriële omslag gaan missen door ons lethargische gebrek aan ambitie en verbeelding, verpakt als “realisme”. Ik vrees een verpauperd, verstard continent dat de nieuwe kennis en technologie liet passeren en zelfs niet meer probeert te volgen.
Kijk even in de toekomst en stel je 2 landen voor: Land A en Land B.
Land A is het land van de realisten die zich vandaag voorhouden dat het allemaal zo’n vaart wel niet zal lopen. Een hybride bus links en een spaarlamp rechts, een dikketruiendag en nog een paar schaamlappen voor de rest van de week.
Land B heeft geen termen meer nodig zoals duurzaam, circulair of regeneratief. Land B is het gewoon. Een economie die producten en diensten voortbrengt waarbij het afval de nieuwe grondstof is. Mensen wonen in energieneutrale wijken en verplaatsen zich met een soepele mix van gedeelde vormen van mobiliteit waar je geen heel kapitaal voor nodig hebt. Gezond eten is niet voorbehouden voor wie de weekendbijlages uitpluist, maar de normaalste zaak van de wereld, en dat zonder de kleffe bijsmaak van milieudestructie of uitbuiting.
Welk land zal het meest geavanceerd zijn? En welk land zal het ontwikkelingsland genoemd worden? Excuses voor de doorzichtige retorische vragen. Maar zie, land A heeft alvast dit voor op land B: veel immigranten zal het niet meer aantrekken.
Man op de maan
Vandaag lijken we nogal hard op weg naar land A. Neem onze auto-industrie. Flink gelobbyd tegen strengere uitstootnormen en de sprong naar elektrische wagens tegengehouden. Nu elke dag wat minder relevant omdat de economische cluster rond elektrisch transport in Azië zit.
Ambitieuze klimaatdoelstellingen gaan er niet voor zorgen dat we terstond in land B wonen, maar het is een noodzakelijk begin. Toen Kennedy in 1962 de ambitie formuleerde om tegen het eind van dat decennium een mens op de maan te zetten, was dat ook niet meer dan een doelstelling. Maar wel één die de krachten van een land — van wetenschappers tot ondernemers, van textielindustrie tot technologiesector — in de richting van dat doel mobiliseerde.
Hypocrieten
Vergeleken met het stoppen van de klimaatopwarming, is een bezoekje aan de maan een triviale vorm van recreatie. Maar doelstellingen met bijhorende wetten en fiscale stimuli, zouden ons ook vandaag helpen om niet 2 keer, maar 100 keer beter te doen.
Daar betoog ik zondag voor.
Dus. Linkse ratten en rechtse zakken; bakfietsfundamentalisten en auto-craten; gütmenschen en kütmenschen en iedereen daar tussenin: wees welkom. En het geeft daarbij niet dat u vaker dan klimaatwenselijk het vliegtuig neemt. Als het op duurzaamheid aankomt, maakt het systeem van ons allemaal hypocrieten met goede bedoelingen. Dat wordt dus gezellig.
Foto: Eva Willems, climate-express.be)
Dit stuk verscheen op mo.be (24/1/2019)