Blind

Een groepje Nederlandse studenten journalistiek sloeg elf dagen aan het factchecken. Oftwel: ga eens na bij mediaberichten wat er echt van aan is. Enkele citaten uit hun conclusies:

Je ontdekt dat journalisten vaak niet de tijd hebben of nemen om informatie die ze binnenkrijgen eerst te checken voor publicatie. Lezers hebben dat echter niet in de gaten.

De voorzichtige conclusie mag luiden dat de gemiddelde Nederlandse journalist ofwel geen kaas heeft gegeten van het beoordelen van ‘onderzoeken’, ofwel er van kaas van gegeten wil hebben. In opmerkelijk veel gevallen die op de redactietafel van de factcheckers kwamen, publiceerden journalisten ‘blind’ de informatie die hen was opgestuurd door belanghebbende organisaties.

(…) Journalisten nemen zelden de moeite om de onderzoeken op te vragen die achter het persbericht zitten. Hadden ze dat wel gedaan, dan zouden sommige berichten absoluut niet in de kranten zijn verschenen.

,,Dacht je vroeger nog: dat zal wel kloppen. Nu weet je dat je bij alles wat je leest, je moet afvragen of het wel klopt. Dat is wel een desillusie.’’

Mag ik dit erg vinden? Of moest ik bij het opgroeien al genoeg cynisme gekweekt hebben om hier over te lezen?

Enfin, om die reden lijkt het mij aangewezen niet teveel commentaar te geven bij pakweg de Koekelberg-affaire. Dat er stront aan de knikker zit, dat zal wel. Maar laat er ons binnen een jaar nog eens op terug komen om na te gaan wat er echt aan de hand was. Nu kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat er een twaalftal agenda’s door elkaar lopen bij het uitbrengen van deze zaak.

Het grote meldpunt

Als ze in Hoeilaart dachten van lang het nieuws te beheersen met die ingebeelde aap, dan zitten ze er lelijk naast. Overijse domineert vandaag (en waarschijnlijk ook nog morgen) de landelijke media met zijne talrijke meldpunten voor Frans sprekende Franstaligen.

Of hoe één kolom uit een gemeentelijk infoblaadje van bijna twee weken oud opeens wereldnieuws wordt in België. Bureaustoeljournalistiek van een onevenaarbaar soort. Chapeau.

Mediafles

Vrije (katholieke) scholen scoren beter dan officiële, lezen wij vanmorgen in de krant.

Een senator kon slinks de hand leggen op de cijfers die – hoho – angstvallig geheim gehouden worden. Tijd dus om deze wereldkundig te maken via een dagblad.

Als journalist is zoiets ongetwijfeld interessante materie en dus krijgt de zaak terecht aandacht. Een interview met de senator, een algemeen beschrijvend artikel van de resultaten en een editoriaal. Ja, de politiek moet weer eens lessen trekken en het debat moet nu maar ‘ns eindelijk gevoerd worden. Want die kinders in de officiële scholen… Man toch, die worden geestelijk verkracht. Dat laatste stond er net niet letterlijk.

Bij uitbrengen van de onthullende resultaten, verwacht ik dan ergens een reactie van vertegenwoordigers van de onderwijsnetten, of van de minister van onderwijs. Dat zou toch potentieel interessant kunnen zijn? Maar die was er dus niet. Die moet ik in de loop van de dag op de site lezen. (hier origineel persbericht)

Zijn verklaring klinkt mij zeer redelijk in de oren. Ik weet niet wie er het langste aan de unviersiteit heeft gezeten, maar als het op methodologie en interpretatie van statistieken aankomt, zal die Vandenbroucke toch niet onderdoen voor senator Destexhe. En als ik al iets uit mijn studies heb overgehouden, is het wel dat spectaculaire resultaten doorgaans gewoon fout zijn of berusten op schijnverbanden.

Weerom een scheet dus in de mediafles. Een werkstijl die blijkbaar meer en meer norm wordt: nog niet meteen de andere kant laten horen, want dan is het geen voorpagina meer. Als de reactie pas achteraf kan komen, hebben we nog iets voor op de site en de volgende dag in de krant. Of zit ik ernaast?

Bon, nu niet dat dat mij zo kwaad maakt. Wel nee. Wat mij wél kwaad maakt, is dat ik geen Chapions Leaugue finale kan kijken omdat ik geen kabeltv heb. En dat de Ierse kalkoen gisteren niet naar de finale van het songfestival is kunnen doorstoten, was toch ook een klap. Dat de politiek daar eens lessen uit trekt en laat ons die debatten ook maar eens voeren! Of moet dat weer doodgezwegen worden?