Höfn

Höfn

In de oostelijke punt van IJsland treffen we Höfn. Een uurtje volstaat om de metropool te verkennen. In die tijd deden we de haven én het lokale Wijnegem shopping aan. Daar engageerde onze VISA-kaart zich een laatste maal tot een zak paprikachips en een pak LU Bastognes.

Voor een eventuele toekomstige kwisdeelname, zijn volgende feitelijkheden nog vermeldenswaardig:

  • De IJslandse uitspraak van Höfn is een uitdaging: je zegt zoiets als hubn, en ademt de “n” daarbij door de neus uit.
  • Höfn is een 1800 inwoners tellend vissers -en handelsstadje gelegen op een schiereiland tussen de Hornafjörður en Skarðsfjörður fjorden in het zuidoostelijke deel van het eiland in de gemeente Hornafjörður.
  • Verder is er ook nog een luchthaven in Höfn.
  • In een oud pakhuis uit 1864 bevindt zich nu een volksmuseum.
  • Höfn kent zijn jaarlijkse culturele hoogtepunt tijdens het Humarhátíð, het kreeftfestival dat eind juni of begin juli plaats vindt. (bron: wikipedia)

Lees verder Höfn

Ergens onderweg

Icelandic horses

Om het einde te rekken, nog wat plaatjes van onderweg naar onze laatste stop, Höfn.

Een bizarre gewaarwording was geheel de onze: het sneeuw-/ijslandschap ging abrupt over naar een gedooide, rossige ondergrond.

Even dachten wij de hoofdweg te verlaten voor een verkennende zijsprong richting gletjser, maar spijt kwam ook hier te laat. De bewegwijzering leidde ons een steile gravelweg op, die op een zekere hoogte weer ondergesneeuwd bleek. Omdat de zon pijnlijk in de ogen scheen, het ravijn diep was en de wegligging eerder onbestaande, besloten wij terug te zakken naar niveau 0. Het scheelde geen haar of wij waren om onze respectieve moekes beginnen janken.

Op de begane grond vonden wij dan weer troost bij twee opgeschoten IJslandse pony’s, die zich aan het schaarse gras tegoed deden. Lees verder Ergens onderweg

Jökulsárlón

Jökulsárlón

Het schoonste wat ik in een kwarteeuw hier op aarde gezien heb.

Voila, daarmee is het meeste over het gletsjermeer van Jökulsárlón wel gezegd. Twee elementen zijn daarvoor verantwoordelijk: ijsschotsen die blauw gloeien, in combinatie met zeehondjes.

Jökulsárlón

In de zomer kan de toerist er in bootjes tussen de schotsen klodderen.  Misschien plezant om dichter bij de gletsjers te gaan, maar donderende buitenboordmotoren hebben dan weer minder aantrekkingskracht op zeehondjes .

Dankzij de afwezigheid van die boten en hun eendagsmatrozen, waren de diertjes ruim vertegenwoordigd. Een delegatie kliefde levenslustig door het water, een andere school lag uitgestrekt dik te wezen op het ijs.  Een levenshouding die mij als na te streven voorkomt.

Tot slot meldt Wikipedia over deze plaats ook zeer spannende dingen op aardrijkskundig gebied:

Het gletsjermeer Jökulsárlón ligt vlak bij de Atlantische oceaan en is daar met een zeer smalle strook land van gescheiden. Deze landstrook wordt door een rivier, die het smeltwater afvoert, doorsneden. Door de toenemende groei van het meer wordt gevreesd dat het meer ooit wel eens een diepe baai kan worden die van aan de gletsjertong rechtstreeks in de oceaan uitmondt. Er zijn echter plannen om dit te verhinderen, aangezien deze landengte de enige plaats is waar de Hringvegur een vlotte verbinding garandeert tussen het westen van het land en de streek rond Höfn.

En met Höfn naderen we wel heel dicht het slot van deze trip vol bijzondere waarnemingen. Lees verder Jökulsárlón

Skaftafell – Een verhaal van net niet

Skaftafell park

Dag vijf.

We meren aan bij het Skaftafell National Park en overbruggen een aanzienlijk niveauverschil. Het uitzicht is er prachtig, maar – hoe jammer ook – dat went na verloop van tijd.

De grote bezienswaardigheid van Skaftafell park is de Svartifoss. Een sierlijke waterval, naar men zegt. Doch het pad naar dit natuurschoon was bezaaid met een halve meter sneeuw, waardoor het voorbestemde bezoekerspad zich van onze waarneming had onttrokken.

Op het gehoor struinden wij dichterbij, tot we het water bijna konden proeven. Maar zicht op het vallende water hebben wij niet gekregen. Schijtebroeken die wij zijn, durfden we op een gegeven moment niet dichter bij de rand gaan. Ziehier dus een bijna-waarmening van de Svartifoss.

Skaftafell park

En hier ziet u hoe de waterval er echt uit ziet. We gaan er niet langer bij bljiven stilstaan dan nodig.

Dus ja, IJsland in de winter bezoeken heeft soms ook nadelen. Skaftafell zal er na de dooi zonder twijfel spectaculairder uitzien, maar in februari was er dan weer geen geraas van andere toeristen – op twee exemplaren van het Aziatische type na, maar die gedroegen zich onberispelijk. Lees verder Skaftafell – Een verhaal van net niet